Leefsleutels & Trajecten

Leefsleutels-Trajecten in de eerste graad zorgen ervoor dat leren leuk moet zijn en niet altijd op punten hoeft te staan. Het is een wekelijks ingeroosterd vak waarbij thema’s steeds op een actieve manier worden onderzocht en vragen om de eigen inbreng en reflectie van de leerling.



Ze leren wat zelfvertrouwen is en hoe ze hun talenten kunnen inzetten voor anderen. Ze leren op een juiste manier communiceren over hun gevoelens en deze zeker niet te verstoppen. Ze mogen vragen stellen over de puberteit en wat dit met hen doet. En afsluiten doen we met het thema ‘keuzes maken’, waarin we onderzoeken of we in onze keuzes soms beïnvloed worden door anderen. Op de juiste manier opkomen voor je eigen mening en je goed voelen in de klas en op school, dit staat centraal in onze lessen.

Daar koppelen we ook een aspect leren leren aan. Klassenleerkrachten begeleiden hun leerlingen in de belangrijke nieuwe stappen van het secundair: hoe leer je een test? Hoe plan je je voor examens? Wat betekent zo’n rapport in de eerste graad?

Door een vak Leefsleutels-Trajecten in te bouwen in de eerste graad willen we de leerlingen ruimte geven om vertrouwd te geraken met het secundair onderwijs en met onze school. Door dit vak door de klassenleerkracht en co-klassenleerkracht (of godsdienstleerkracht in het tweede jaar) te laten geven, wordt de band tussen klas en (co-)klassenleerkracht bovendien nog sterker. Want in de eerste graad hebben leerlingen die vertrouwde persoon echt wel nog nodig.